
Het bouwen van een kitcar is toegestaan op basis van een bestaande auto. Wettelijk is er bepaald dat er van een voertuig maximaal 2/3 mag worden gewijzigd om de bestaande type-goedkeuring te kunnen behouden na ombouw van een voertuig.
Wettelijk gezien bestaat de Citroën 2CV uit 3 onderdelen:
- motor
- chassis
- carrosserie
Omdat ik sowieso van plan ben om de Burton op een nieuw chassis op te bouwen (want je bouwt tenslotte ook geen nieuw huis op een rot fundament) betekent dit dat bij de bouw van de Burton het chassis en de carrosserie gewijzigd worden. De motor moet dus origineel blijven om de Burton later op basis van de type-goedkeuring die ooit voor de 2CV is afgegeven toe te laten op de weg. Om deze reden zal de Burton dan ook het originele kenteken van de Citroen 2CV6 behouden.
Identiteitsonderzoek
De RDW dient van te voren op de hoogte te worden gesteld van de ombouwplannen. En voordat er iets aan de auto gewijzigd gaat worden moet dan ook de identiteit van de auto worden vastgesteld. Hierbij controleert men of alles aan de auto klopt. Daarbij is vooral de originaliteit van het chassisnummer belangrijk. Dit noemt men het vooronderzoek. Het uit laten voeren van een vooronderzoek is een van de spelregels waaraan je je als kitcar bouwer dient te houden. Indien je hieraan voldoet dan zal de uiteindelijke wijzigingskeuring van de Burton soepel verlopen. Doe je die niet dan bestaat de kans dat je straks een erg dure bloemenbak in de tuin heb staan.
Ik had met de RDW in Zwolle geregeld dat ik onderweg naar huis bij hen langs mocht komen om het vooronderzoek uit te laten voeren. Omdat ik op een regulier “inloop spreekuur” kon komen was het maar de vraag hoe druk het zou zijn. En ik had geluk, het was ergggg druk. Maar goed ik was er op tijd en dat was het belangrijkste. Na een tijdje rondgekeken te hebben bij andere keuringen was ik dan aan de beurt en mocht de hele combinatie van bus en aanhanger naar binnen.
Daar stond ik dan met mijn aftandse 2CV tussen allemaal nagenoeg nieuwe auto’s en vrachtwagens van handelaren die zelf voertuigen importeren en die voertuigen om die reden bij de RDW moeten laten “keuren”. Ik kreeg dan ook al snel veel vragen wat ik toch met die bak ging doen en of het wel de moeite waard zou zijn om hem nog op te knappen. Toen ik aangaf dat hij omgebouwd zou gaan worden naar een open tweezitter werden de nodige wenkbrauwen gefronst en moesten er foto’s aan te pas komen om te laten zien wat dan het uiteindelijk eindresultaat zou gaan worden. Men was onder de indruk!
Uiteindelijk was het dan echt zover. De voorkeuring ging beginnen. Omdat de donor al grotendeels gedemonteerd was, was het controleren van het chassisnummer rechtsvoor op de draagbalk een makkie. Dit werd vergeleken met het identificatieplaatje op de koets en kenteken. Ook werden er foto’s gemaakt en werd het motornummer nog gecontroleerd en opgeschreven.
Alles bleek te kloppen en het chassis werd in de buurt van het VIN nummer (aan het sleepoog) van een “Label” voorzien. Ondanks dat ik had aangegeven dat de koets niet hergebruikt ging worden werd toch ook deze van een label voorzien.
Daarna ging de keurmeester naar de computer om de foto’s te kopiëren en de papierwinkel te regelen en werd ik verzocht de auto weg te rijden en bij de balie op de papieren te wachten en af te rekenen.
Na afgerekend te hebben kreeg ik een brief met daarin o.a. de volgende identificatiegegevens:
Bij de eindkeuring van de Burton moet ik de brief, samen met het stuk chassisbalk en koets waaraan de labels bevestigd zijn meebrengen. Indien dan alles akkoord wordt bevonden zal het oude VIN nummer in het nieuwe chassis geslagen worden.
Als ik nu thuis kom met de donor kan ik direct beginnen met het
demonteren